woensdag 18 november 2015

De Parkdichter | 65 | Joya Nelissen [& Paul van der Lee]


Joya Nelissen schildert de wereld aan elkaar.


Haar werk heeft ritme en kleur als grondtoon. Soms vrije motieven die vanzelf ontstaan met als basis het vierkant. Vandaar uit improviseert ze verder. Nooit bedacht van te voren, of het zou een kleur moeten zijn die haar bekoort, waarmee ze dan begint. Of het materiaal, bijvoorbeeld een potlood, olie-bar, penseel met inkt. Tijdens het werk ontstaat er een ritme met kleur. In haar handen zit de  kennis waar ze zelf nauwelijks weet van heeft.

Toch gebeuren er ook dingen waar ze wel haar hoofd bij nodig heeft. Als ze ineens een patroon neemt van lang geleden uit Azerbeidzjan en dat vermengt met de nagetekende merklap uit Gendringen. Of gedeeltes van een kelim uit Afghanistan met de paarden van een sjaal uit Thailand, met de motieven van een schoteltje uit haar keuken.

Op die manier schildert ze de wereld aan elkaar en brengt het individuele naar een groter geheel.

Uiteindelijk zou je kunnen zeggen is ze op zoek naar de opluchting die ontstaat bij het samenvallen van het betekenisvolle met het betekenisloze tegelijkertijd.


Tweeëntwintig jaar geleden kwam Joya in de Achterhoek wonen. Eerst in Haarlo na drie jaar verhuisde ze naar Voorst in de Oude IJsselstreek. Daarvoor had ze in verschillende andere delen van land en wereld gewoond. Hoe totaal anders werd het hier. Ze zette anderhalf boerenland om in natuurland. Een verwildertuin met niveauverschillen, een vuurplaats en water. In de zomer werd er buiten geleefd in het geluid van de honderden kikkers, onder maan en sterren in de opkomende zon. Er werd buurt gemaakt. Alle regels van ’t naoberschap werden gevolgd, maar er is een ongeschreven regel te overwinnen. Zij is niet van hier. Die van hier wachten op zij die niet van hier is. Zij die niet van hier is gaat bij die van hier op bezoek. En zij die niet van hier is wacht maar er komt niemand die van hier blijven thuis en nodigen uit.

Langzamerhand ontstaat er ook een antropologische kijk op het sociale leven om haar heen, tijdens verjaardagen, bruiloften en begrafenissen. Een enkele keer lukt het haar in de dichtbijheid en intimiteit van mensen van haar buurtschap te komen.

Ze schrijft: ‘Ik zal je missen land en je bewoners, … de rust, in de winkel als je haast hebt de stilte, als je ’s avonds buiten zit, de warmte, dat je ‘s avonds veel langer buiten kunt zitten, de ruimte, dat je heel lang, als je fietst niemand tegen komt de vriendelijkheid en ’t geduld, als je in je auto rijdt en iemand even voor je moet wachten. De schoonheid van de taal, de verlegenheid van de mensen, de vanzelfsprekenheid waarmee dit alles er is … dank je wel.”

Na 22 jaar gaat Joya terug naar de zee en de duinen, naar het open land van de 1000 winden.

Andere gebeurtenissen in haar leven; de zorg voor en het onafwendbare afscheid van haar dementerende moeder, deed haar uit de Oude IJsselstreek te vertrekken. Het afscheidsproces is vastgelegd in een collage met haiku's dat te bezichtigen is in de werkplaats van Kunstenaarscollectief Breekijzer.

Het overige werk op de tentoonstellingspanelen Van ICER. Allemaal te bezichtigen tijdens de openingstijden.

Zie ook Handeling 19 | 22 april 2015 | Plan Radix | Paul van der Lee>