vrijdag 31 januari 2014

Een waar monument voor de arbeider. volhardend, stoer, krachtig en ook lijdzaam.

Henk Welling aan het werk


De werkplaats 
Cursisten 


1. Wie ben je en wat doe je?

Ik ben Henk Welling, ik ben beeldend kunstenaar, letterhakker en beeldhouwer. Ik maak vrij beeldend werk, ik werk in opdracht aan gedenkbeelden en geef les in beeldhouwen en letterhakken. Mijn werkplaats heb ik in het Ketelhuis waar ik bijna elke dag te vinden ben.

 2. Waarom zit je met je bedrijf op het DRU Industriepark?
Mijn werkplaats heb ik sinds eind 2005 op de voormalige DRU-fabriek. Ik zocht toen werkruimte en die was hier aanwezig. Overigens was er toen nog geen sprake van DRU-industriepark, dat is later bedacht. Van BOEi kon ik destijds tegen een geringe vergoeding gebruikmaken van ruimte in de Afbramerij. Voor mijn werk is ruimte en sfeer heel belangrijk, ik werk met steen en dat vraagt ruimte. Al snel raakte ik geboeid door de geschiedenis van de plek waar ik ging werken, ik ging me identificeren met de mannen die hier voor mij in het stof hebben gewerkt. De link met de ambachtsmannen van vroeger verbind me met de DRU. Ik oefen een ambacht uit dat verloren dreigt te gaan, letters worden nauwelijks meer met de hand gehakt, ik hou het ambacht in leven en dat is passend op deze mooie plek. Op mijn werkplaats geef ik mensen 3 dagdelen in de week de gelegenheid om onder begeleiding te beeldhouwen. Deze kunstzinnige en educatieve activiteit vraagt om een fijne sfeervolle plek en die is aanwezig.

 3. Wat zijn de voordelen om met je bedrijf hier te zitten?
De sfeer die de oude gebouwen uitademen is goed. Er is hier sprake van een ‘Genius Loci’, d.w.z. een plek met een plaatsgebonden atmosfeer die heel inspirerend is. Je ruikt, voelt en proeft de geschiedenis van een paar honderd jaar. Daarnaast komen hier veel mensen, mensen die interesse hebben voor geschiedenis, industrieel erfgoed, ambacht en kunst en dat zijn precies de gebieden waarop ik mij begeef.

 4. Wat zijn de eventuele nadelen?
De nadelen laten zich vooral de laatste jaren blijken in de vorm van doorgeslagen overheidsbemoeienis op het terrein. Deze bemoeienis hebben mij geraakt, eerst moest ik verdwijnen uit de Afbramerij. Nu ik in het Ketelhuis gehuurd zit blijft het gezeur over een hotel aanhouden zodat enig gevoel van welkom zijn bij mij niet of nauwelijks aanwezig is. Niettemin ga ik door omdat ik (en velen met mij) vind dat wat ik hier doe heel passend is.

 5. Wie zijn je grote helden en waarom?
Om maar in de sfeer te blijven: Het bronzen beeld van de ijzergieter, een prachtige beeld gemaakt door Chris Elffers. Een waar monument voor de arbeider. Volhardend, stoer, krachtig en ook lijdzaam. Een echt monument voor de arbeider en geen rare schoorsteen met energiecentrale en kunst erin….

6. Hoe zie je de toekomst van het DRU-industriepark?
De naam DRU-industriepark mag wat mij betreft vervangen worden door iets dat meer binding heeft met de geschiedenis, ik noem mijn beeldhouwpraktijk daarom b.v. ‘Beeldhouwen op de Hut’. Wat betreft de toekomst zie ik veel mogelijkheden die vooral de kant op gaan van combinaties tussen ambacht, kunst en educatie. In de kunstwereld is het ambacht aan het terugkomen, steeds meer kunstenaars zien het mooie van de combinatie van het bedenken met het maken. Dat maken past heel erg in de sfeer van de Achterhoek.

De mogelijkheden om te werken met ‘oermaterialen’ zoals zand, ijzer, steen, hout, glas, emaille etc. moeten wat mij betreft hier tot opbloei gebracht worden. Zelfs een kleine ijzergieterij waar nog echte kwaliteitspannen gegoten worden zou in de toekomst mogelijk kunnen zijn….. De verbinding tussen kunst en ambacht zorgt tegelijkertijd voor betrokkenheid van de bevolking bij kunstuitingen. Kunst met een ambachtelijke inslag is vaak een goede verleider om mensen die van huis uit niets met kunst hebben over een drempel te helpen. Maar….. dat vraagt een verandering. Dat vraagt om een atmosfeer waarin initiatieven vanuit de bevolking (ondernemers, zzp-ers, kunstenaars en vrije geesten) worden gewaardeerd en de overheid zich veel meer opstelt als ondersteuner en niet als ondernemer en bedenker van van alles en nog wat.

Wat mij betreft is het scenario voor de komende jaren: minder ‘top down’ en meer ‘bottom up’. Als dat niet gebeurt zou het in de toekomst wel eens net zo stil kunnen worden als in 2005 toen ik hier heel vaak als enige op het terrein aan het werk was.

7. Wat doe jij over 10 jaar?
Ik zou het niet weten, wat mij betreft werk ik gewoon door aan beelden en geef ik ook nog steeds les. En mogelijk zou dat dan nog steeds hier in Ulft op ‘de hut’ zijn.